Magreb’90 heeft zondag een uiterst gevoelige nederlaag geleden. Tegen Westlandia werd het 2-11 en daarmee was de malaise compleet voor de Utrechters. Al maanden wordt de club uit de Derde Divisie zondag geconfronteerd met slecht nieuws en op sportief gebied is deze nederlaag een nieuwe dieptepunt.
Goed begin
Dat Magreb’90 een historische nederlaag zou lijden in de Derde Divisie Zondag had aanvankelijk niemand verwacht. Ondanks een vroege rode kaart van Omar Boukhari stond het halverwege ‘pas’ 0-3. Ook keeper Mounir Ouaj had eigenlijk een ander beeld bij de wedstrijd. “We trainen goed en vorige week hebben we ook goed gespeeld. Nu begonnen we ook weer goed en dachten we dat er misschien zelfs iets te halen viel”, vertelde hij tegenover RTV Utrecht. Na de 0-2 en de rode kaart van Boukhari verdween die hoop weliswaar, maar hadden ze niet op de lijdensweg in de tweede helft gerekend.
Na de pauze kon Ouaj nog acht keer de bal uit het net vissen. “We gingen nog wel met volle moed de tweede helft in, maar het ging heel snel. Bij de 6-0 of 7-0 dacht ik nog wel ‘doe ik iets’ fout en dan gaat het koppie ook wel omlaag.” Toch trof Ouaj geen blaam. Dat vond niet alleen de keeper, maar ook het team. “Er is gelukkig geen onderlinge ruzie. Iedereen snapt dat het niet aan de keeper ligt, maar dat we als team onderuit zijn gegaan.”
Blessure
Dat Ouaj zondag onder de lat stond tegen Westlandia was een klein wonder. De doelman was een dag eerder namelijk geblesseerd geraakt. “Ik werk naast het voetbal fulltime en ik heb gisteren (zaterdag, red.) in de binnenstad gewerkt. Ik stapte het busje uit en daar stond een klein paaltje. Daar stapte ik op en toen lag ik op de grond. Vanmorgen (zondag, red.) had ik een dikke enkel en was het heel stijf. Het lopen ging daarom moeilijk en is mijn enkel voor de wedstrijd ingetapet.” De goalie kon zodoende gewoon spelen, maar pijnvrij was het niet. “Bij de eerste tegengoal kreeg ik de bal eerst vol op mijn been en daarna het ook met schieten erg lastig.”