De Voetbal247 Visie duikt deze week de historie van het amateurvoetbal in, op zoek naar clubs die voor kortere of langere tijd op het hoogste niveau uitkwamen, maar inmiddels zijn afgedaald in de rangen der amateurs. In deze aflevering een club die in alles klein was, behalve in daden: SV Marken.
Wanneer er een ranglijst zou worden gemaakt van clubs met de grootste cultstatus in de top van het amateurvoetbal zou SV Marken hoge ogen gooien. De club van het voormalig Zuiderzee-eiland kwam in totaal drie perioden uit op het hoogste amateurniveau en was vrijwel nooit een echte hoogvlieger. Toch zullen vele (oudere) volgers van het amateurvoetbal wel verhalen weten te vertellen als je de naam Marken laat vallen. Met name de historische link met de Bollenstreek is opvallend te noemen.
Zo speelde Marken twee keer een beslissingswedstrijd in die regio. In 1999 degradeerde de club, na 15 seizoenen, nadat er verloren werd van SHO op sportpark Middelmors en liep het een seizoen later op Duinwetering op een haar na promotie mis in een beslissingsduel met FC Lisse. Marken zag in een ware thriller de fusieclub in blessuretijd op 2-2 komen, waarna beide teams in de verlenging nog een keer wisten te scoren. Lisse redde het vege lijf uiteindelijk vanaf de strafschopstip (4-2). Ook Katwijk heeft een link met Marken: nadat de Krombewoners in eigen huis het kampioenschap pakten tegen de Noord Hollanders werden zij gedurende de strijd om het zaterdagkampioenschap en de algehele landstitel gesteund door een groepje Marken-supporters, die speciaal voor de gelegenheid een spandoek met de tekst “Marken groet Katwijk” hadden gemaakt.
De meest bijzondere link is echter die tussen Marken en Quick Boys. Je hebt Angstgegners en je hebt Angstgegners. En je hebt Marken. Bij de oudere Quick Boys-supporters zal de naam Marken bijna net zo veel rillingen bezorgen als die van Katwijk. Wanneer je Marken en Quick Boys als zoekopdracht intikt op Google stuit je op een keur aan verhalen over de onderlinge verhoudingen tussen beide ploegen. Een heldere verklaring voor het feit dat Marken zo vaak van Quick Boys won wordt nergens gegeven, maar het feit dat men zelfs spreekt van een vloek zegt eigenlijk voldoende. Zelfs in het kampioens-seizoen 2002/2003 wist Marken met 0-3 te winnen op Nieuw Zuid. Op Marken kwam de latere kampioen niet verder dan 1-1.
SV Marken, dat werd opgericht in 1946, had tot begin jaren ’60 een eerste elftal dat nauwelijks trainde, omdat de meeste spelers doordeweeks van huis waren. Om de spelers de mogelijkheid te geven om op zaterdagochtend de noodzakelijke klussen in en om het huis te doen werden de thuiswedstrijden om 16.15 uur afgetrapt. Met het groter worden van de gezinnen op Marken groeide ook de club. De groei van de jeugdafdeling had tot gevolg dat de accommodatie ook een groei doormaakte. Daarnaast had de kwantitatieve groei tot gevolg dat ook de kwaliteit omhoog ging. Zo hoog zelfs dat Marken zich meldde in het Walhalla van het amateurvoetbal.
Een bijzonder getalenteerde lichting Markers promoveerde in twee seizoenen tijd van de Derde naar de Eerste klasse. De eerste kennismaking met het allerhoogste amateurniveau duurde slechts twee seizoenen, maar het zou niet bij die eerste kennismaking blijven. Op het moment dat het (sponsor)geld langzaam maar zeker voet aan de grond kreeg in de top van het amateurvoetbal bleek de club van het voormalig eiland bij de pinken. Begin jaren ’80 kon Marken verder kijken dan de eigen poorten en in 1984 werd in en tegen SDC Putten het kampioenschap van de Tweede Klasse, en daarmee promotie naar het hoogste niveau, veiliggesteld. Dit keer zou het verblijf een stuk langer zijn en een hele hoop meer stof doen opwaaien.
Hoewel de club als jaarlijkse doelstelling het kampioenschap van het rechterrijtje op Teletekst had, presteerde Marken vooral in de jaren ’80 regelmatig boven verwachting. De eerste twee seizoenen na de rentree op het hoogste niveau zijn de meest succesvolle in de historie van de club. In 1984/1985 eindigde Marken op de tweede plaats achter GVVV. Het seizoen erna stuntten de Noord Hollanders in het toernooi om de KNVB Beker. Onder andere eredivisionist Heracles moest eraan geloven op Marken. Pas in de kwartfinale hield het avontuur op. In het stadion van FC Volendam zagen ruim 5500 toeschouwers dat ADO Den Haag een maatje te groot was voor Marken. Aan het einde van het decennium zijn er met een halve finaleplaats in de Districtsbeker en een periodetitel nog een paar succesjes behaald, de daaropvolgende tien jaar stonden vooral in het teken van overleven.
Liefst drie keer werd Marken veroordeeld tot het spelen van een beslissingswedstrijd in de strijd tegen degradatie. Dat de derde keer scheepsrecht was, past keurig in de historie van het voormalig eiland, de pijn zal er bij de club niet minder om zijn geweest. In 1993 (1-0 overwinning tegen Sparta Nijkerk) en 1995 (1-0 tegen Valleivogels) kon het noodlot nog afgewend worden. In 1999 viel het doek dan toch voor het dappere Marken na een 3-2 verlies tegen SHO.
Drie keer is scheepsrecht past echter prima bij de historie van Marken en dat geldt natuurlijk niet alleen voor de negatieve zaken. Het seizoen erna was de eilandclub al dicht bij een directe rentree, Lisse bleek echter één horde te veel. In 2001 had Marken geen beslissingswedstrijden nodig, de titel in de Eerste Klasse A leverde een direct ticket naar de Hoofdklasse op. Het derde avontuur zou nog vier seizoenen duren en eindigen met een vrije val in drie delen.
Was het verband tussen het eiland Marken en “Driemaal is scheepsrecht” al gelegd? Na de degradatie uit de Hoofdklasse, degradeerde Marken het seizoen erna ook uit de Eerste Klasse. Na twee seizoenen dalen, lukte het Marken wel om zich te handhaven in de Tweede Klasse. De club had daar wel een nacompetitie voor nodig. Vanaf dat moment mag Marken zich afwisselend Eerste- of Tweedeklasser noemen. De club heeft ook een samenwerkingsverband met FC Volendam, de Heen en Weer werd echter nooit uitgeleend.
,,Die samenwerking bestaat voornamelijk uit het spelen van een voorwedstrijd of met de spelers het veld op tijdens de opkomst,” vertelt Christiaan Moenis. Moenis, teammanager en perschef van Jong Volendam, is zelf meer dan twintig jaar wedstrijdsecretaris geweest bij Marken en volgt sinds eind jaren ’80 de club op de voet en weet dan ook perfect de cultstatus van de club te duiden. ,,Een klein clubje uit een klein dorpje met 1800 inwoners. En die krijgen het voor elkaar om jarenlang op het hoogste niveau te spelen.” Moenis vertelt er eerlijkheidshalve wel bij dat Marken misschien wel klein, maar zeker niet armlastig was. Waar in de jaren ’70 het hoogte niveau nog werd gehaald met vooral jongens van het voormalig eiland, in de jaren ’80 en ’90 bestond de ploeg toch vooral uit jongens die van buitenaf kwamen. Na dubbele degradatie in 2005 en 2006 ging het beleidsmatige roer weer om en besloot Marken zich vooral weer te richten op de eigen jeugd. ,,En de jeugd speelt niet bepaald op het hoogste niveau,” zegt Moenis, die vervolgens stelt dat Marken definitief afscheid heeft genomen van het hoogste niveau. ,,Marken is nu een stabiele Tweedeklasser met af en toe een uitschieter naar de Eerste Klasse.” De mooie herinneringen aan de tijd dat Marken zich mocht meten met de absolute amateurtop pakt niemand meer af.
,,Sinds 1987 ben ik Marken gaan volgen. Eerst het elftal van mijn vrienden, later ging ik steeds vaker naar het eerste elftal.” Moenis, die zelf nooit actief speelde, hield wel alles bij van de club en verzamelde mappen vol met krantenknipsels. Zijn oudste herinnering is de kwartfinale tegen ADO Den Haag in het stadion van Volendam. Een uitslag die geen recht deed aan het spelbeeld, volgens Moenis. ,,Wij verdienden het om te winnen. Dan hadden we de wedstrijd erna tegen RBC gespeeld en die stonden op dat moment onderin de Eerste Divisie. Die hadden we dan ook echt kunnen winnen.” Verder dan dromen over de finale van de KNVB Beker komt het echter niet voor Christiaan Moenis. Op een enkele periodetitel na wint Marken weinig tot niets op het hoogste niveau. De titel in het rechterrijtje op Teletekst bleek al vaak genoeg een brug te ver.
Dankzij het speelprogramma en een mooi voorbeeld van supporterscultuur maakt een groep Marken-supporters, waaronder Moenis, twee keer de strijd om de zaterdagtitel en een algehele landstitel mee als onderdeel van de aanhang van een club. Als Nederland in 1994 druk is met de viering van Koninginnedag, stelt Katwijk op De Krom het tweede kampioenschap op rij veilig tegen Marken (3-0). De Marken-supporters vieren het feestje op De Krom mee en in de weken erna hangt er ineens een extra spandoek bij de wedstrijden van Katwijk in de strijd om de zaterdag- en algehele titel.
,,Nadat Katwijk kampioen werd tegen ons, besloten we met een groep om hen te gaan volgen in de nacompetitie,” vertelt Moenis. ,,Dat waren echt heerlijke reizen. In de trein, met tassen vol met blikken bier en vlag met de tekst: Marken groet Katwijk. Als we dan bij de sportparken aankwamen, smokkelden we via de bijvelden de blikken bier naar binnen en hingen we ons spandoek op.” De uitbreiding van de Katwijkse aanhang bleef niet onopgemerkt. ,,Er verscheen zelfs een heel artikel over ons in het Leidsch Dagblad.”
Moenis houdt met Marken niet alleen warme en mooie herinneringen over aan Katwijk. Ook bij het horen van de naam van aartsrivaal Quick Boys begint de voormalig wedstrijdsecretaris eerst te lachen. In tegenstelling tot Katwijk is bij Quick Boys de liefde niet wederzijds. Sterker nog: wanneer je op Nieuw Zuid de naam Marken laat vallen, spoelt men met water en chloor je mond uit, worden je kleren ritueel verbrand en word je, gekleed in een juten monnikspij, door een escorte van ridders te paard naar de uitgang geleid. Dit is natuurlijk niet de letterlijke weg, maar de angst voor de club van het voormalig Zuiderzee-eiland zit zo diep bij de Blauw Witten, dat zeker de helft van bovenstaande handelingen op zijn minst door een aantal mensen bedacht is.
,,Quick Boys was altijd een makkie,” lacht Moenis nog even door. ,,Sinds ik in 1995 een bestuurlijke functie bekleedde bij Marken heb ik slechts één keer verloren van Quick Boys. Dat was begin dit seizoen met Jong Volendam.” Zelfs in kampioensjaar 2004 wist Quick Boys in eigen huis niet te winnen van Marken. ,,We stonden stijf onderaan en wonnen op Nieuw Zuid met 0-3. En die overwinning was nog volkomen terecht ook.” Moenis moet diep graven om een verliespartij tegen Quick Boys te herinneren. ,,Volgens mij was het in seizoen 1994-1995. De wedstrijd was verplaatst naar dinsdag, omdat een speler van ons, Danny Broekman (24), plotseling overleed. Hij had net te horen gekregen dat hij definitief was geselecteerd voor het Nederlands amateurelftal. Hij was nog wel thuisgekomen, maar werd daar dood gevonden. De wedstrijd werd doordeweeks ingehaald en we verloren met 5-3.”
Terugkijkend op de jaren ’90 komt ook de derby tussen Marken en de amateurs van Volendam nog ter sprake (,,Die hebben we zelfs een keer op het hoogste niveau gespeeld.”) en blijken er nog wel honderden andere verhalen te vertellen over het avontuur van Marken op het hoogste niveau. En de goede verstaander hoort bij elk van die verhalen van Christiaan Moenis de lichte verbazing. ,,Waar hebben we het helemaal over? Marken is een klein klotedorpje met 1800 inwoners. De club is klein en het niveau het laagste van het laagste. Maar we hebben wel een lange periode op het hoogste niveau gespeeld.” En groeide SV Marken dankzij de combinatie van tegenstelling, verbazing, trots en mooie verhalen uit tot één van de grootste cultclubs in de historie van het amateurvoetbal.
Foto’s: svmarken.nl