Sandor van der Heide begon op zaterdagmiddag wat te twijfelen toen IJsselmeervogels zelfs in de negentigste minuut nog niet gescoord had tegen Jong FC Volendam. Ondanks dat zijn team de gehele wedstrijd duidelijk de bovenliggende partij was, slaagde de ploeg er pas in de blessuretijd in om keeper Jordi van Stappershoef te verschalken.
Frustratie bij Van der Heide
Dat de goal zo lang uitbleef, beviel Van der Heide allerminst. “We zijn volgens mij dertien keer alleen op de keeper afgekomen. In de eerste helft bleef ik nog rustig, maar het ging in de tweede helft maar door. Uiteindelijk begint de tijd te dringen en dan is het op een gegeven moment tachtig minuten en dan heb je er nog een keer zes of zeven om zeep geholpen. Nou ja, om zeep geholpen niet, want die jongens hebben zulke mooie loopacties voorin en die willen hem er allemaal inschieten. Alleen hij valt op dat moment gewoon niet, om wat voor reden dan ook. Dan is dat weleens frustrerend”, vertelde de oefenmeester aan RTV Utrecht.
Vertrouwen bleef hoog
Desondanks geloofde Van der Heide nog wel in een zege. “Altijd. Maar als het dan op een gegeven moment de 85ste minuut is of de negentigste minuut en het is nog 0-0, dan denk je ook weleens: Als je nou deze niet zou winnen, dan is dat wel heel zuur. Vooral de manier waarop, dat we het gewoon zelf niet gedaan hebben. Dus het geloof is er altijd nog, maar het wordt wel minder”, zo besloot de trainer. Als bonus bleek FC Lisse te hebben verloren, waardoor de achterstand op de koploper nog maar drie punten is.