Anderhalve week geleden kreeg Danny van den Meiracker te horen dat hij niet langer welkom was bij het eerste elftal van Spakenburg. De spits mocht zich opmaken voor een vertrek omdat hij een ‘stoorzender’ zou zijn in de spelersgroep. TweedeDivisie.org spreekt met Van den Meiracker over zijn vertrek bij Spakenburg en zijn nieuwe avontuur bij FC Lienden.
‘Trainingskamp was geen trainingskamp’
Voor de winterstop mocht Van den Meiracker zich melden bij Spakenburg voor een gesprek met Melrik Beukers (technisch manager) en Hans van de Haar (toenmalige trainer). “We hebben een aantal dingen besproken: een contractverlenging of niet, zulke zaken. Toen hebben we gezegd: nou, het is goed zo. We gaan gewoon verder en dan kijken we wel wat we doen met die verbintenis. Daarna zijn er op het trainingskamp wat dingen gebeurd waardoor het trainingskamp eigenlijk geen trainingskamp meer was. Het ging maar over één ding: of Hans eruit ging of niet.” Op zaterdag, een dag na terugkeer uit Spanje, maakten Van den Meiracker en zijn teamgenoten zich op om naar buiten te gaan, maar werd de aanvaller op het matje geroepen. “Het eerste wat ze zeiden was: Hans is ontslagen en jij wordt teruggezet naar het tweede team.”
Doelpuntenaantal weegt mee
De spits is de eerste die toegeeft dat hij binnen de lijnen best een opgewonden standje kan zijn. Hij is bloedfanatiek. “Een paar spelers konden daar waarschijnlijk niet tegen. Die spelers hadden de ballen niet om dat tegen mij te zeggen, maar ze zijn naar de leiding gegaan. Ik heb het aan een paar jongens gevraagd en die zeiden juist: nou ja, volgens mij weten we hoe je bent en moeten we dat accepteren. Dus ik weet niet helemaal waar dat precies vandaan komt, van de leiding of de spelersgroep, maar eigenlijk maakt het me niet zoveel meer uit: ik ben daar weg.” Daarbij is ook de huidige situatie van Spakenburg van belang: het team speelt niet opperbest. “Als ik er twaalf had gescoord had niemand er wat van gezegd, maar nu heb ik er zeven gescoord en dan krijg je dat over je heen. Maar ja, als zij dat zo willen spelen, dan moeten ze dat maar doen. Ik slaap er niet slechter om.”
‘Spakenburg-spelers geen mannen’
Het is nu natuurlijk de vraag of Spakenburg hier beter van wordt. Misschien heeft de club juist wel méér spelers met een bepaalde winnaarsmentaliteit nodig. “We hebben op het trainingskamp gezegd dat we eigenlijk nog jochies waren en dat we mannen moesten worden, maar als je achter iemands rug om zulke dingen doet, dan zijn ze in mijn ogen geen mannen. Dat zullen ze moeten veranderen.” Wat tegengas had Van den Meiracker in ieder geval geapprecieerd. “Zelf zeg ik altijd wat ik denk, dus dan moet je dat ook accepteren van anderen.”
Nu krijgt de aanvaller de gekste reacties op de diverse social media. Iedereen lijkt te kunnen putten uit een poel met inside information. “Volgens mij zijn dat nog niet eens mensen die ook maar iets met Spakenburg te maken hebben. Oude mensen die dat doen, dan vraag ik me af: zou jouw zoon of dochter trots op je zijn als je zoiets onder een nieuwsartikel zet? Sommigen zijn heel zielig, maar dat weet je als je een beetje bekend bent. Dat er mensen achter je staan, maar er ook mensen tegen je zijn.” Van den Meiracker is niet bang voor het predicaat ‘moeilijke jongen’. “Ik ben gewoon zoals ik ben en dat weet Lienden ook. Dat wist Spakenburg voordat ze me terug haalden. Zij schetsen nu een beeld van mij als zijnde een moeilijke jongen. In het kampioensjaar was ik ook een moeilijke jongen, maar toen was ik een held, dan wordt alles geaccepteerd. Het ligt er maar net aan hoe mensen het interpreteren.”
Flauw spel van Spakenburg
Bij Lienden komt hij in Hans Kraay junior iemand tegen die óók het hart op de tong heeft liggen. “Dat gaat wel bij elkaar passen. We zullen best weleens een discussietje hebben, maar hij gaat zulke situaties niet uit de weg en ik ook niet. Dat vinden we allebei wel lekker, om een keer te zeggen wat we willen. Dus ik denk dat dat wel gaat werken.” Van den Meiracker kan volgende week tegen Spakenburg echter niet meedoen, dat wilde zijn oude club niet. “Ik vind het flauw. Ze hebben me verbannen naar het tweede. Niet om mijn kwaliteiten, maar omdat ik weleens wat zei. Als ze dan tegen je zeggen: je mag uitkijken naar een andere club en wij zullen aan alles meewerken… Ik had al zo’n idee dat er iets zou gebeuren, dat ik niet zou mogen spelen tegen Spakenburg. Ik had graag meegedaan, maar dat kan niet en nu kijk ik dus maar naar volgend jaar. Of ze bang voor me zijn? Ja, dat is wel een compliment, maar dat compliment had ik liever na de wedstrijd zelf ontvangen.”