Toen in 2010 de Topklasse met veel bombarie haar intrede deed, was er wantrouwen, verzet en scepsis. Nu zes jaar vol prachtige affiches later mogen we concluderen dat het ons als liefhebber veel moois heeft gebracht. Een geschikt moment om terug te kijken, maar ook vooruit te blikken.
Een duur sportmarketingbureau beloofde de semi-profclubs uit de Hoofdklasse gouden bergen bij de invoering van ’s lands nieuwste competitie. De Topklasse zou het aantal toeschouwers doen verdubbelen, de samenvattingen zouden op landelijke televisie worden uitgezonden en een aantal aansprekende A-merken zouden zich gaan verbinden aan de competitie. Pure luchtfietserij, spraken critici destijds al. Inmiddels weten we dat de paarse broeken van het marketingbureau vooral zelf hebben geprofiteerd. De clubs zullen er financieel nauwelijks wijzer van zijn geworden.
Ja, de toeschouwers aantallen namen iets toe, al zijn er ook dalingen waarneembaar in de statistieken van bijvoorbeeld VoetbalopZaterdag.com. Maar een verdubbeling? Bij lange na niet. En grote sponsoren die zich verbinden aan de Topklasse? Niet één!
En toch is de Topklasse wat mij betreft geslaagd. Misschien niet commercieel, maar wel sportief en qua sfeer. Natuurlijk verloren we op verschillende plekken wat derby’s, maar er kwamen aansprekende wedstrijden tussen prachtige voetbalbolwerken voor terug. Rijnsburgse Boys trof IJsselmeervogels af en toe in de kampioenspoule van de Hoofdklasse, maar dankzij de invoering van de Topklasse wemelde het van de prachtige affiches: Katwijk – Harkemase Boys, HHC – Spakenburg, Kozakken Boys – Excelsior ’31. Afgelopen zaterdag was ik bij GVVV – Rijnsburgse Boys. Een heerlijke wedstrijd die gespeeld werd voor een kleine vierduizend toeschouwers op sfeervol Panhuis. Confetti door de lucht bij opkomst, grote spandoeken bij de trouwe aanhang en een propvolle kantine. Topamateurvoetbal in optima forma.
Laatdunkend gedaan, dat is nu wel anders
Op zondag was de publieke belangstelling misschien wat minder, maar het niveau zeker niet. Werd bij de invoering van de Topklasse nog vaak laatdunkend over het zondagvoetbal gesproken, dat is nu wel anders. De afgelopen jaren hebben de zondagtopklassers zich flink gemanifesteerd. Eerst Achilles ’29, maar later ook FC Lienden, AFC, VVSB en het ter zielen gegane WKE.
Wat dat betreft is het jammer dat al die de verzamelde bolwerken uit de zaterdag- en zondagtopklasse nu worden verscheurd. Lege plekken die worden opgevuld met beloftenteams van profclubs. Ik sprak afgelopen zaterdag over met John de Wolf en Johan Jansen. “Het niveau zal verder stijgen, want de beste teams komen bij elkaar”, stelde De Wolf ambitieus. Hij is niet zo bang dat de unieke sfeer in de Topklasse verloren gaat met de instroming van beloftenteams: “Sfeer komt vanzelf als je presteert.”
Nu is De Wolf natuurlijk door de wol geverfd in het profvoetbal en bovendien extreem ambitieus. Toch wordt ook Johan Jansen, toch al jarenlang een bekend gezicht in de top van het amateurvoetbal, niet melancholisch. “Weet je nog hoe het ging toen de Topklasse werd ingevoerd? Toen was er ook veel kritiek en bezorgdheid. Maar het is een fantastische competitie geworden. Ik vind dat we, alvorens te oordelen, de Tweede Divisie gewoon eens een jaar moeten aankijken. Ik heb er in ieder geval erg veel zin in.”