De aftrap die niet meer naar voren hoeft te worden gespeeld of een blessurebehandeling die soms toch in het veld mag plaatsvinden. Het zijn slechts twee van de 94 nieuwe spelregels waarmee de Tweede en Derde Divisie komend seizoen te maken krijgt. Tijd voor een arbitrale vooruitblik met scheidsrechter Frank de Winter, die afgelopen weekend direct mocht debuteren in de Tweede Divisie tijdens HHC Hardenberg tegen GVVV.
Zo hoog mogelijk presteren
Niet alleen bij spelers en clubs uit de Topklasse heerste vorig seizoen de stimulans om te promoveren naar de Tweede Divisie, ook scheidsrechters streden op hun eigen ranglijst voor een plekje bij het keurkorps van tien arbiters die komend seizoen, naast de talenten uit de talentopleiding Betaald Voetbal, duels fluiten in de Tweede Divisie. “Ook scheidsrechters willen op een zo hoog mogelijk niveau presteren”, stelt De Winter tegenover TweedeDivisie.org. “De KNVB houdt gedurende het seizoen een ranglijst met beoordelingen voor scheidsrechters bij. Uiteraard wordt die lijst door arbiters nauwlettend gevolgd.”
Krenten uit de pap
“De beoordelingsranglijst is bovendien ook belangrijk aan het einde van het seizoen, want de best presterende scheidsrechters krijgen veelal de beslissende wedstrijden. Oftewel: de krenten uit de pap.” De meeste namen op de Tweede Divisie-lijst, zoals die van Wim Bronsvoort en Ron Karremans, zullen veel supporters bekend in de oren klinken. Anderen zijn nieuw, zoals die van Gert Keijl: “Gert promoveerde afgelopen jaar van groep 1 naar de Landelijke Lijst en heeft nu promotie bewerkstelligd naar de A-groep die zal fluiten in de Tweede Divisie. Een knappe prestatie”, looft De Winter.
Jonge en oude scheidsrechters
De mix van ervaren rotten en jeugdig talent zorgt soms voor wat gemopper langs de lijn. Regelmatig beklagen trainers zich over een jonge, talentvolle scheidsrechter uit het opleidingstraject van de KNVB, die wel erg strikt de regels hanteert. “Ik ken de geluiden en begrijp dat dit gevoel soms leeft. Weet dat een scheidsrechter altijd zijn best zal doen om een goede prestatie neer te zetten met het team. Het verschil kan zijn dat zo’n jonge talentvolle scheidsrechter wat meer wedstrijdspanning heeft dan de wat oudere jongens. Je moet ook gewoon veel fluiten om ervaring op te doen en die ervaring hebben de mannen in de A-groep van amateurscheidsrechters al vele jaren kunnen opdoen. Dat geeft ook een bepaalde rust.”
Druk om geen fouten te maken
“Gezien de jonge talenten worden beoordeeld en daarmee een kans maken op een carrière in het betaald voetbal, gaat het echt om details en is de druk wellicht voor sommigen van hen groter om geen fouten te mogen maken. De concurrentie is groot en het gaat uiteindelijk om een beperkt aantal jongens die de stap kunnen maken. De ervaren rotten lopen soms al langer mee dan de leeftijd van de jonge collega’s. Dat zorgt in de ogen van buitenstaanders wellicht voor meer ontspanning op het veld. Toch is het voor ons als groep altijd het doel om fit en gefocust met je taak bezig te zijn. Of je nou ervaren of jong bent, dat maakt niets uit. Je mag van me aannemen dat wij als scheidsrechter steeds bezig zijn om te zorgen dat we tot in de details onze taken goed uitvoeren, maar ieder karakter is anders”, legt de 34-jarige arbiter uit Blaricum uit.
Spelregelboek op 94 punten gewijzigd
Zoals ieder jaar worden ook de clubs in Zeist geïnstrueerd over de nieuwe spelregels en aandachtsgebieden qua arbitrage. Dit jaar is het spelregelboek op liefst 94 punten gewijzigd, al zullen veel veranderingen nauwelijks opvallen. Wel in het oog springend is de veranderde aftrap. “Die hoeft niet langer meer naar voren te worden gespeeld, maar mag nu ook gespeeld worden in alle richtingen”, legt De Winter uit. “Daarnaast is er iets gedaan aan de vervelende situatie voor teams waar een speler geblesseerd raakt door een harde overtreding. Vroeger moest een speler, met uitzondering van de keeper, voor een blessurebehandeling altijd het veld uit. Wanneer nu echter de overtreding met geel of rood wordt bestraft, dan mag de geblesseerde speler in het veld worden behandeld en heeft het team van de speler die de overtreding maakt niet langer meer een numeriek voordeel.”
Scoringskans ontnemen niet altijd meer rood
Tenslotte is het ontnemen van een scoringskans niet langer altijd een rode kaart: “Als een speler, binnen zijn eigen strafschopgebied, een overtreding begaat ten opzichte van een tegenstander en daarmee de tegenstander een duidelijke scoringskans ontneemt en de scheidsrechter dit bestraft met een strafschop, dan ontvangt de overtredende speler een gele kaart. Het blijft een rode kaart in de gevallen dat de overtreder géén poging doet de bal te spelen of er geen mogelijkheid is om überhaupt de bal te spelen. Denk hierbij aan vasthouden, trekken en duwen. Vanzelfsprekend blijven ook buitensporige overtredingen en gewelddadige handelingen net als in het verleden een penalty, een rode kaart en een schorsing.”
