Werd de Derde Divisie zaterdag afgelopen seizoen nog sterk gekleurd door clubs uit de Bollenstreek, door de promotie van FC Lisse en Rijnsburgse Boys en de degradatie van FC Rijnvogels blijft Quick Boys alleen over. Mitchell Theuns blikt tegenover TweedeDivisie.org terug op de in zijn ogen onnodige degradatie van Rijnvogels.
Klap op klap
“In de voorbereiding verliep alles goed. Helaas heb ik de eerste seizoenshelft moeten missen door een blessure”, vertelt hij. “Na de winterstop kregen wij klap op klap. Qua spelersnamen hoefden wij helemaal niet te degraderen. Spelers als Jaap van Duijn en Bright Ampong, dan heb je echt wel spelers die kunnen voetballen. Helaas degradeerden we toch naar de Hoofdklasse.” De ras-Amsterdammer, opgeleid bij Ajax in de lichting met Ruben Ligeon, Joel Veltman en Quincy Promes, was eerder actief voor FC Utrecht, Zeeburgia, DCG en AFC.
Pijn in m’n hart
Met name op sportpark Goed Genoeg beleefde hij enkele mooie jaren: “Ik drong door tot het eerste elftal vanuit de jeugd samen met Tim Wulffraat. Daar heb ik echt het hoogtepunt uit mijn carrière gehaald met het kampioenschap in de zondag Topklasse. Helaas verloren wij daarna in de strijd om de algehele amateurtitel van Spakenburg. We hadden toen een goede trainer in Willem Leushuis, die veel invloed had op ons. In het achtste jaar had ik een gesprek met de club en in januari van dat jaar leek het erop dat ik kon blijven. In maart bleek dat ik toch moest vertrekken. Dat deed pijn in m’n hart.”
Loopt niets concreets
Voor de rechtsbenige Theuns komt er nu al na één seizoen een einde aan zijn periode bij FC Rijnvogels: “Deze periode pakt niemand me meer af. Voetballen in de Bollenstreek en in de Derde Divisie zaterdag is echt een geweldige ambiance. Zelfs tegen de onderste ploegen kwamen er veel toeschouwers kijken. Ook de derby’s tegen Quick Boys en Rijnsburgse Boys waren erg leuk om mee te maken. Helemaal de wedstrijd naar de winterstop tegen Quick Boys was mooi om te spelen.” Momenteel is hij echter clubloos: “Er loopt niets concreets, maar er lopen wel wat gesprekken. Ik wil niet meer te ver van Amsterdam voetballen. Ook al sluit ik de Bollenstreek toch ook echt niet uit. “