Ondanks het overleg van vorige week tussen de clubs uit de Tweede en Derde Divisie en de KNVB heeft de licentiecommissie alsnog veertien clubs drie punten in mindering gegeven. Deze clubs voldoende niet aan de voorwaarde met betrekking tot arbeidsovereenkomst. Clubs kunnen tot 1 februari in beroep tegen de sanctie.
Haaks op positieve geluid
Deze actie staat haaks op het positieve geluid dat afgelopen week werd afgegeven door zowel clubs als de voetbalbond naar aanleiding van het onderlinge overleg. Er zou samen worden gekeken naar nieuwe afspraken. De licentiecommissie heeft nu dus toch aan veertien clubs drie strafpunten uitgedeeld, waarvan één club in de Tweede Divisie (AFC), twee in de Derde Divisie Zaterdag en elf in de Derde Divisie Zondag. In deze klasse zal het er voor zorgen dat De Dijk de platte kar al kan gaan reserveren, want alle achtervolgers leveren drie punten in. De marge is daardoor pardoes tien punten. Het gaat om de volgende clubs:
Tweede Divisie | AFC | |
Derde Divisie Zaterdag | Harkemase Boys | ODIN’59 |
Derde Divisie Zondag | Be Quick 1887 | Dongen |
EVV | HBS | |
Hercules | Juliana’31 | |
Magreb’90 | OJC Rosmalen | |
Quick’20 | UDI’19 | |
Westlandia |
Slechts twintig clubs voldoen aan alle eisen
“Verder kwam de commissie tot de conclusie dat clubs in de hoogste amateurdivisies inmiddels aan het grootste deel van de voorwaarden voldoen. Er zijn twintig verenigingen die aan alle licentievoorwaarden voldoen, terwijl 24 verenigingen met slechts één of twee voorwaarden aan de slag moeten. De licentiecommissie voelt zich nu genoodzaakt de in december aangegeven straf op te leggen. Het is de taak de commissie een zuiver speelveld te waarborgen waarin alle clubs aan dezelfde competitievoorwaarden voldoen. Dit doet recht aan een eerlijk competitieverloop en aan het gegeven dat er veertig clubs zijn die wel aan de voorwaarde voor contractspelers voldoen.”
In beroep
Clubs hebben tot en met 1 februari de tijd om in beroep te gaan tegen de uitspraak van de licentiecommissie. De uitspraak is definitief op het moment dat een club niet in beroep gaat en de beroepstermijn verstreken is. Indien een club in beroep gaat, buigt de beroepscommissie zich, per club, begin februari over de zaak.