Op de prestaties van GVVV is dit seizoen nauwelijks een pijl te trekken. De Veenendaalers draaiden een uitstekende eerste seizoenshelft, maar leden tegelijk tussen november en eind januari liefst zeven nederlagen. Doelman Johan Jansen kan de wisselvalligheid niet verklaren: “Ik zou het graag willen verklaren, maar heb simpelweg geen flauw idee hoe het komt”, stelt hij tegenover TweedeDivisie.org.

Wel plek waar we horen te staan

Toch is de grilligheid wel degelijk onder de loep genomen in de kleedkamer: “We hebben er wel eens over gesproken en televisiebeelden teruggekeken. Daarin zie je ook wel bepaalde fouten gemaakt worden, maar ik vind het niet gepast die hier nu uit de doeken te doen.” Desondanks staat de formatie van coach John de Wolf op de vierde plek: “Dat is ook wel de plek waar we horen te staan vind ik, al had ik dat ook gezegd als we nu tweede zouden staan. We hebben gewoon een uitstekende eerste seizoenshelft gedraaid waarin we makkelijk scoorden, daarna liep het soms wat minder.”

Persoonlijk tevreden

Persoonlijk is de doelman tevreden over zijn prestaties, ondanks het feit dat hij dit seizoen niet het OneKeeper-klassement aanvoert: “Ik weet het, Nick Olij staat bovenaan. Hij keept ook heel goed, maar het heeft ook deels met de puntentelling te maken. Want ik ben zeker over de eerste seizoenshelft persoonlijk heel tevreden. Daarna was het soms wat minder en is het lastig om dat om te buigen als het met ons als team wat moeilijker loopt.” GVVV maakt nog kans om zich aan het einde van het seizoen de beste amateurclub van het land te mogen noemen: “Op zich een leuke titel, maar we hebben het niet nodig om onszelf te motiveren, zeg ik er eerlijk bij. Wij hebben namelijk echt een ploeg die altijd wil winnen.”

Belotenteams hebben ook wel wat

De oud-prof van NAC Breda en Almere City volgt ook de ontwikkelingen met betrekking tot de toekomst van de voetbalpiramide en licentievoorwaarden in de Tweede Divisie nauwlettend: “Het is natuurlijk wel raar dat de KNVB eerst zegt dat profclubs alleen vorig seizoen konden instromen en nu toch een mogelijkheid biedt in combinatie met verlaging van de licentievoorwaarden. Al heb ik persoonlijk niet zoveel tegen spelen tegen beloftenteams. Natuurlijk is het anders dan spelen tegen bijvoorbeeld een club als Rijnsburgse Boys, maar op zich heeft een wedstrijd tegen Jong Feyenoord of Jong sc Heerenveen ook wel wat.”