Coach Joop Gall stond tot voor kort nog voor de groep bij het Oekraïense Stal Kamjanske, maar aan het einde van 2016 werd wel duidelijk dat daar geen toekomstmuziek meer in zat. Nu is hij weer terug in Nederland, in de Tweede Divisie. Duty calls, want bij Spakenburg wil men maar al te graag in de competitie blijven en niet degraderen. Daar moet Gall voor zorgen en TweedeDivisie.org sprak met hem.
Cultuurshock in Oekraïne
Eerder in zijn carrière trainde de oefenmeester clubs als FC Emmen en Go Ahead Eagles, maar vervolgens besloot hij naar Oekraïne te verhuizen. Daar kreeg hij te maken met een behoorlijke cultuurshock. “Absoluut. Daar denken ze toch wel anders dan in onze cultuur. Vooral in de taalsfeer was dat best wel moeilijk. Negentig procent spreekt gewoon geen Engels. Dus dan heb je continu een tolk bij je staan, tot aan het toilet. Ik ben een bevlogen trainer, een emotionele trainer: dat kan een tolk nooit overbrengen… dat werkt dus niet.”
Door alle politieke spanningen is het niet makkelijk om te werken in Oekraïne. “Alle oostelijke clubs, zoals Shakhtar Donetsk, Zorja, waar Feyenoord onlangs nog tegen speelde, en Stal, mijn ex-club, die mogen daar niks doen door de problemen die ze daar hebben. Dat traint allemaal in Kiev. Je moet elke dag reizen om te trainen en elke dag kan dat een andere accommodatie zijn. En voor je thuiswedstrijd moet je zes à zeven uur in de sneltrein zitten.” In de maand november van het vorig jaar besloten beide partijen niet met elkaar door te gaan. Verschillende media kwamen met het verhaal dat Gall aan de kant geschoven was, maar dat repliceert hij. “In januari volgde een tweede gesprek, maar we besloten bij ons standpunt te blijven. Het is gewoon in goed overleg gebeurd.”
‘Afstand naar Spakenburg is peanuts’
Nu is de trainer terug in Nederland, maar dat betekent niet dat het reizen stopt. Gall woont namelijk in de buurt van Groningen, waar Spakenburg in het hart van het land te vinden is: een afstand van ongeveer 180 kilometer. “Reizen is me met de paplepel ingegoten, dus dat is geen groot probleem voor mij. Het is natuurlijk nogal een verschil: in Nederland reis je twee uur, maar in Oekraïne kon dat zomaar elf uur zijn. Voor mij is de afstand naar Spakenburg peanuts. Ik heb altijd gereisd, in mijn hele carrière als actief voetballer en trainer. Je kunt tegenwoordig ook nog eens een hoop doen in de auto.”
Op donderdagavond was Gall al aanwezig bij de training, maar hij leidde hem nog niet. “Dat heeft Klein gedaan. Het was zo kort dag, de tijdsdruk was zo groot. Pas om half acht stapte ik de kleedkamer in, toen was duidelijk dat ik daar in zou stappen. Ik had wel een training voorbereid, maar Arnold had er ook een gemaakt. Ik zei: doe jij hem maar. Vervolgens heb ik geobserveerd, ik heb een praatje gemaakt, dat was de rol die ik heb bekleed.” Er is Gall wel gelijk iets opgevallen. “Je ziet altijd: als een nieuw iemand voor de groep komt te staan, en die beslist ook nog eens of jij wel of niet speelt, dan doe je toch een stap extra. Ik zag een prachtige training: goed positiespel, een hoog niveau; goed genoeg in ieder geval.”
Ziel en zaligheid voor lijfsbehoud
Van het bestuur van Spakenburg heeft de oefenmeester, zoals gezegd, maar één doel meegekregen: lijfsbehoud in de Tweede Divisie. Gaat dat lukken? “Ik kan wel heel bijdehand gaan doen en zeggen: natúúrlijk gaat dat lukken… Mijn stijl van coachen, leidinggeven, training geven, het omgaan met personen, het prikkelen, het motiveren, dat gooi ik er allemaal in. Om die groep nog dichter bij elkaar te brengen, zodat ze tot grote hoogtes stijgen. Zo kan ik er misschien net even wat meer uithalen dan een ander, omdat die misschien een andere stijl beheerst. Misschien hebben ze me daarom ook wel gevraagd om het te doen.” Het shockeffect? “Ik wil geen clichéopmerking maken. Ik ben geen tovenaar, maar ik ga mijn ziel en zaligheid erin gooien, zodat Spakenburg Tweede Divisie blijft.”
Gall focust zich volledig op de degradatiestrijd met Spakenburg en denkt nog niet aan de aankomende zomerstop. “We hebben afgesproken: behoud moet erin zitten. Ik hou verder alle opties open voor het aankomende seizoen. Dat was eigenlijk al in werking gesteld voordat Spakenburg mij belde. Ik ben beschikbaar. Dat wil nou net niet zeggen dat ik me verveel, maar ik wil heel graag op het veld staan. Bij Spakenburg? Ook dat is een optie, maar straks degraderen we en zeggen de fans op de tribune: die kale willen we helemaal niet meer hebben…”