In de Galerij der Groten richten we een virtueel voetstuk op voor de iconen van het topamateurvoetbal. Grote en bepalende spelers van nu, maar ook voetballers uit het verleden die het elftal naar hun hand zetten of een groot aandeel hadden in behaalde successen. In deel 22: Albert Flier, fier boegbeeld der ‘Gaellemunigers’.
De Galerij der Groten is een verzameling spelers met uitzonderlijke voetbalkwaliteiten en een carrière met een verhaal. Misschien is de Galerij wel het best te vergelijken met de mythe over het Perzisch tapijt. Volgens die mythe moet er in elk tapijt een imperfectie zitten, een weeffout. Wanneer wij in het verleden en de verhalen van één van de Groten duiken, is dat ook deels een zoektocht naar die weeffout. Zelfs in een eerbetoon, waarin de positieve verhalen overheersen, zitten de mooiste verhalen verstopt in die kleine imperfecties. De carrière en het verhaal van deze speler lijken zo rimpelloos perfect dat het een behoorlijke zoektocht was om de imperfectie te vinden. Dat we het hier hebben over één van de grootste helden van de voetbalclub uit de Tapijtstad Genemuiden is een mooie bijkomstigheid. De titel Mister Genemuiden heeft Albert Flier al, vanaf nu komt daar een plaatsje in de Galerij der Groten bij.
,,Het valt niet mee om een “Gaellemuniger” te worden,” vertelt Cor Heutink, bestuurslid van de businessclub van SC Genemuiden, radioverslaggever voor de lokale omroep, maar bovenal een man met Groen-Wit bloed in de aderen. We dachten al heel snel de weeffout in het verhaal van Albert Flier gevonden te hebben: Mister Genemuiden blijkt namelijk geboren en opgegroeid te zijn in Elburg. De oplaaiende blijdschap wordt door Heutink echter snel de kop in gedrukt. ,,Maar Albert Flier is een echte “Gaellemuniger” geworden.” Dat kan ook eigenlijk niet anders: zeventien seizoenen onder de lat bij SC Genemuiden, kampioen in 2004, tweemaal de Districtsbeker, de KNVB-beker voor amateurs in 2005, plaatsing voor de Topklasse, na een degradatie een directe terugkeer naar de Topklasse en een aantal heldenavonturen in de KNVB Beker. Inmiddels woont de doelman niet alleen al heel lang in Genemuiden, hij heeft er ook een sportzaak en is sinds 2021 de technische man bij “zijn” SC Genemuiden.

Het voetballeven van Albert Flier begint echter, zoals dat van velen, bij de amateurclub in zijn woonplaats, Elburger SC. Hij wordt ontdekt door SC Heerenveen en doorloopt daar de jeugdopleiding. Het lukt hem echter niet om de stap naar het eerste elftal van de Friezen te maken. Nadat een tweede poging via Jong Cambuur ook geen doorbraak in het profvoetbal oplevert, wordt Flier ingelijfd door SC Genemuiden en begint het lange avontuur in de top van het amateurvoetbal. Hoewel de bewoners als enigszins stug bekend staan, weet Flier zich prima aan te passen en verovert hij de harten van de fanatieke supportersschare op sportpark De Wetering. Zelfs een overgang naar Be Quick ’28, de volgende mogelijke weeffout die we ontdekten, wordt de doelman vergeven. Een seizoen later is hij weer terug op De Wetering. ,,Bij Genemuiden geldt: als het past, is het voor altijd,” zegt Heutink.
Tot de invoering van de Topklasse is SC Genemuiden één van de oudere vaste bewoners van de Hoofdklasse C. Sinds de invoering van de Eerste/Hoofdklasse in 1969 wisten de “Gaellemunigers” twee keer het kampioenschap te pakken, in 1989 en, zoals eerder vermeld, in 2004. De voornaamste reden dat SC Genemuiden af moest haken in het Topklasse-geweld heeft niet met de financiën van club te maken zegt Heutink. ,,We zijn misschien wel één van de gezondste clubs in het amateurvoetbal,” stelt hij. Als de club, inmiddels actief in de Hoofdklasse, terug wil keren naar de top van het amateurvoetbal moeten de principes overboord gegooid worden. ,,Onze A-selectie mag voor 30% bestaan uit gehaalde spelers, de rest is eigen jeugd,” vertelt Heutink. Om het met dat principe vol te houden op het hoogste podium moeten niet alleen alle gehaalde spelers voltreffers zijn, maar moeten ze ook nog allemaal heel blijven.

,,In het derde seizoen in de Topklasse hadden we de pech dat een aantal van die sterkhouders langdurig wegviel en de jonge talenten kwamen net tekort om die gaten te vullen, waardoor degradatie onvermijdelijk was.” Dat de club, na kampioen Katwijk, de meest scorende ploeg in de Topklasse was, leverde nog wel een het curieuze record van de degradant met de meeste doelpunten in de korte historie van de competitie op. Bovendien wist SC Genemuiden als eerste degradant weer direct terug te keren op het hoogste amateurniveau, maar die terugkeer bleef beperkt tot slechts één seizoen. De invoering van de Tweede en Derde Divisie zorgden ervoor dat SC Genemuiden op het derde niveau van het Nederlandse amateurvoetbal speelt. ,,Ik heb wel het geloof dat we de stap naar Divisie-niveau kunnen maken zonder onze principes los te laten,” zegt Heutink. Om dat doel te bereiken, vertrouwt de club op een technisch directeur die als keeper tweemaal heeft bewezen dat hij de weg naar boven weet te vinden.
De meest bijzondere van die twee keer is in het seizoen 2009-2010. ,,Voor de invoering van de Topklasse had de KNVB grootse plannen met betrekking tot televisierechten en geld voor de clubs. Toen daarbij wel werd geëist dat we 70 meter reclameborden moesten inleveren voor de bond, vonden wij het plaatje al een stuk minder mooi,” blikt Heutink terug. Desondanks eindigt SC Genemuiden op de vijfde plaats en moet de club zich via een Play Off tegen ARC zien te plaatsen. De herinnering aan dat tweeluik doet de eerdere kritische noot als sneeuw voor de zon verdwijnen bij Cor Heutink. ,,Heb je die beelden gezien op YouTube,” vraagt hij. ,,Echt geweldig! 3500 toeschouwers! Kippenvel!” Tijdens de heenwedstrijd in Alphen aan de Rijn doet zich echter een incident voor, waarin Albert Flier laat zien dat hij niet alleen een geweldige keeper is, maar ook nog eens een bloedfanatieke keeper. ,,In de rust van de wedstrijd was onze kleedkamer op slot. De spelers moesten zeker vijf minuten buiten wachten. Albert was woest! De ontlading was dan ook groot toen we in de return het plekje in de Topklasse wisten te bemachtigen.”

De mooiste herinneringen aan Albert Flier komen voor Heutink echter uit het toernooi om de KNVB Beker. ,,De thuiswedstrijd tegen ADO Den Haag, waarin Albert een penalty pakte en wij wonnen. Prachtig! En de wedstrijd tegen FC Twente in de Grolsch Veste. Die was tot de laatste stoel uitverkocht. Een uitvak met 3500 “Gaellemunigers” en Albert die ook in die wedstrijd een penalty pakt. We kwamen uiteindelijk maar net tekort en verloren met 4-3.” De beelden van die wedstrijd laten goed zien dat de band tussen de fanatieke supporters van SC Genemuiden en hun keeper een bijzondere is. Met de komst van Flier in 2001 krijgt de club er echter ook twee trouwe supporters bij, vertelt Heutink. ,,De opa en oma van Albert kwamen ook elke wedstrijd kijken. Uit of thuis, ze waren er altijd.” In zeventien seizoenen tijd droeg Albert Flier tientallen, bij voorkeur fel gekleurde, tenues en bleef hij heel lang blessurevrij. Tot hij in 2017 met knieproblemen te maken krijgt en hij moet besluiten dat het lopende seizoen zijn laatste onder de lat van SC Genemuiden is. Als Flier zijn keepershandschoenen in de wilgen hangt, stokt de teller van het aantal officiële wedstrijden voor SC Genemuiden op 498 stuks. Volgens de mythe wordt de weeffout in een Perzisch tapijt bewust gemaakt door de makers. Perfectie is namelijk iets Goddelijks en met die bewuste fout willen de makers onderstrepen dat perfectie nooit iets menselijks kan worden. Zou het zo kunnen zijn dat het feit dat Albert Flier twee wedstrijden tekort komt om het magische getal van 500 te bereiken zijn “weeffout” is? En zou hij die “weeffout” stiekempjes bewust hebben gemaakt om zo te voorkomen dat hij perfectie zou bereiken? Hoe dan ook kan hij als Mister Genemuiden nooit meer stuk in de Tapijtstad. En voegen wij de legendarische Albert Flier toe aan de Galerij der Groten.
Foto’s: Helmich Lubberts
In de Galerij der Groten werden eerder opgenomen:
– Thijs Hendriks, de ‘spielmacher’ van Achilles ’29
– Oebele Schokker, de Maradona van De Walden
– Lars Offringa, Mister HHC
– Arjan Human, een markante Zeeuwse sensatie
– Remco Tuinenburg, icoon in het doel van ARC en Quick Boys
– Christian Opschoor, vleugelflitser met een abonnement op zilverwerk
– Bart Freke, spil van de Rijnsburgse gloriejaren
– Magid Jansen, de personificatie van het AFC-DNA
– ‘Opa’ Dennis van Meegdenburg, fenomeen met jaloersmakende statistieken
– Patrick Lokken, het mythische doelpuntenfenomeen van Argon
– Melrik Beukers, Spakenburg-icoon ondanks zijn rancune-overstap naar de Rooien
– Nees Pellikaan: gekoesterd, geliefd en nooit vergeten
– Marco de Ridder: linksbuiten die Katwijk deed opstuwen naar de top
– Sandor van der Heide, zoektocht naar het voetballen met plezier
– Martijn Doldersum: de Man van Staal
– Arif Irilmazbilek, vermeende lastpak die de Werkendamse harten wist te veroveren
– Vladimir Jozic, verbindende leider binnen en buiten de lijnen
– Erwin Looms en Dennis Sepp, het illustere duo van HSC’21
– Jeroen Hessing, mandekker die tot het uiterste ging en verder
– John Blok, kapitein op het vlaggenschip van Scheveningen
– Jelle Korbee, de spits die als mandekker uitblonk