Aanvaller Sandro Calabro heeft een behoorlijk rijke carrière als profvoetballer achter de rug en speelde bijvoorbeeld voor clubs als FC Utrecht, ADO Den Haag en het Zwitserse FC St. Gallen. Momenteel is de spits actief voor SVV Scheveningen in de Derde Divisie Zaterdag en waar hij de eerste seizoenshelft nog niet veel van zich liet horen, door een gebrekkige voorbereiding en blessureleed, is hij inmiddels toch op stoom gekomen. TweedeDivisie.org sprak met Calabro.
‘Ik heb best veel prijzen kunnen pakken’
Calabro’s loopbaan als profvoetballer bracht hem van de Jupiler League naar de Eredivisie, naar Zwitserland en België. Terugkijkend op die periode toont de aanvaller zich tevreden.“Je hoopt natuurlijk op het allerhoogste, maar daar komen zoveel factoren bij kijken: de juiste club, de juiste trainer, dat soort dingen. Maar ik ben absoluut tevreden over mijn carrière.” Calabro heeft meer dan honderd officiële doelpunten achter zijn naam staan. “Dat vind ik wel iets moois. En daarnaast heb ik best veel prijzen kunnen pakken, de KNVB-beker bij Utrecht, en ik ben topscorer geweest in de Jupiler League.”
Verhuizing na verhuizing na verhuizing
In het afgelopen seizoen was hij nog actief bij onze zuiderburen, voor KMSK Deinze, maar op een gegeven moment besloot de voetballer dat het tijd was om terug te komen naar Nederland. “Ik wilde gewoon een vast plekje hebben, ik wilde terug naar Nederland. Eigenlijk was ik wel een beetje klaar met al dat verhuizen, het overal en nergens wonen.” Bovendien wilde Calabro zichzelf op de kaart zetten als spelersmakelaar. “Dan heb je een keuze te maken: ga je nog ergens spelen of kies je voor iets nieuws? Ik ben 33, dus ik koos voor een jaartje bij Scheveningen, waar ook veel vrienden van mij spelen.” Nu voetbalt hij onder de rook van Den Haag, de plek waar hij geboren werd en opgroeide. “Den Haag is wel mijn stad, ja. Dat blijft er altijd in zitten. Ik heb een mooie tijd gehad met ADO en ben daar nog kampioen geworden, dat blijft speciaal. Voor heel veel jongens die bij ADO zijn begonnen en in Den Haag wonen, hoor.”
Tweede en Derde Divisie doen niet onder voor Jupiler League
Het niveau van de Derde Divisie Zaterdag heeft Calabro eigenlijk wel een beetje verrast, zo geeft hij toe. “Je ziet toch: iedereen kan in principe van elkaar winnen. Ik kan het vergelijken met de Jupiler League. Daar willen de clubs nog weleens heel erg naïef voetballen, je ziet de raarste uitslagen. In de Derde Divisie merk je toch dat er veel teams zijn die hartstikke goed kunnen voetballen. Dat zie je ook terug in de beker: de ploegen uit de Tweede en Derde Divisie doen echt niet altijd onder voor de Jupiler League-clubs.” En in de de tweede seizoenshelft hoopt de aanvaller zich te kunnen onderscheiden, iets wat het eerste half jaar door omstandigheden niet lukte. In de afgelopen twee duels kwam hij tot scoren voor Scheveningen: is het hek nu van de dam? “Ja, dat denk ik wel. Ik heb nu een normale voorbereiding achter de rug. Ik voel me goed, ik voel me fit en dat had ik wel even nodig. Op trainingskamp in Gran Canaria ging het heel lekker en wist ik ook mijn doelpuntjes mee te pikken.”
‘Moment om te stoppen is nu aangebroken’
Het aankomende seizoen zien we Calabro hoogstwaarschijnlijk echter niet terug in het shirt van Scheveningen. “Nee, ik kan het niet echt combineren met mijn job, dus het wordt een lastig verhaal. Ik merk nu dat het erg druk is en ik bepaalde dingen niet kan doen. Dan moet je kiezen: wanneer ga je stoppen? Ik denk dat dat moment nu aangebroken is, want ik heb het gewoon te druk. Het is toch best een inspanning, drie keer per week trainen. Dan ben je toch hele avonden weg en de zaterdag, dat heb ik wel onderschat: er komt nog best wat bij kijken.” De aanvaller legt uit wat hij precies doet: “Ik run Agency Nr1, dat doe ik samen met Marvin Nieuwlaat, mijn teamgenoot bij Scheveningen. We zijn samen een makelaarskantoor gestart en het gaat beter dan we hadden verwacht.”
Het wordt krap
Wat is dan mooier dan afscheid nemen met een titel? Scheveningen doet goed mee in de Derde Divisie en heeft de koppositie nog altijd in het zicht. “We hopen zo lang mogelijk mee te kunnen doen om het kampioenschap. Op dit moment staan we tweede en alles is nog mogelijk. De kans bestaat en we geloven er wel in. Maar het ligt wel heel erg dicht bij elkaar. Dus ik durf niet te zeggen: wij gaan kampioen worden. Het wordt krap!”