De Koninklijke HFC kwam een aantal maanden geleden groot in het nieuws wat betreft de shirtsponsor Scotch Whisky International. De KNVB oordeelde dat de Tweede Divisie-club niet met deze merknaam op de borst mocht spelen en dreigde met maatregelen. Het beroep van HFC in de zaak is nu afgewezen, maar voorzitter Gert-Jan Pruijn vertelt aan TweedeDivisie.org dat hij blijft strijden.

‘KNVB heeft het druk met andere zaken’

Pruijn vertelt wat de stand van zaken op dit moment precies is. “Het beroep is afgewezen en Scotch Whisky International heeft zich laten bijstaan door een raadsman. Die raadsman heeft de KNVB aangesproken op de uitspraak in  dat beroep, en ook eigenlijk in eerste instantie de tuchtuitspraak. Die heeft aangegeven zich daar niet in te kunnen vinden en heeft gevraagd in wat voor manier de KNVB daarover in overleg kan treden met SWI en HFC.” Het antwoord van de KNVB laat vooralsnog op zich wachten. “We zijn in afwachting van hun reactie op deze uitnodiging, maar men heeft het druk met andere zaken.”

Geen Scotch Whisky, wel Jupiler League?

Op het eerste oog hebben we te maken met een gekke zaak, aangezien we in Nederland spelen in de Jupiler League en ook een merk als Amstel bijzonder vaak voorbijkomt op de diverse reclameborden. “Dat is in enige mate verklaarbaar, want in de Nederlandse reclamecode is dat opgenomen. Daarin staat dat een alcoholmerk wel een competitie of een evenement mag sponsoren. Dus het mag wel ‘Amstel Cup’ zijn of ‘Jupiler League’ en ook de Champions League kan er een slaatje uit slaan. Maar een alcoholmerk mag niet op de borst van een individuele sporter zichtbaar gemaakt worden.“

Daar gaat ons verweer over

Als je een profvoetballer fotografeert met Heineken op de achtergrond mag het wel en op de borst mag het niet, dat is het idee. “De achterliggende gedachte is dat er dan een te direct verband tussen alcohol en sportbeoefening ligt. Dat wordt onwenselijk geacht en daar kun je je op zich best wel iets bij voorstellen. Maar Scotch Whisky International heeft dan weliswaar de naam van een drankje in zijn naam, maar het heeft niets met alcoholconsumptie te maken. Daar gaat ons verweer over.”