vrijdag, 1 december 2023
Voetbal247.nlUitgelichtACHTERGROND | De ambities van Batavia'90 ontleed: is een nieuwe Flevolandse reus...

ACHTERGROND | De ambities van Batavia’90 ontleed: is een nieuwe Flevolandse reus ontwaakt?

Corona gaat als een sloophamer door de voetbalwereld. Overal dezelfde geluiden. De bodem van de clubkas is in zicht, dus clubs smeken dat clubhuizen weer open moeten, de velden weer voluit in gebruik. Helaas, Den Haag blijft onvermurwbaar. En dus blijven de geluiden uit de bestuurskamers somber. Bijna overal. Bijna. Maar niet in Lelystad. Horen we daar de geluiden van een reus die ontwaakt? Voetbal247.nl dook, na de stroom van spelers uit de Derde Divisie en Hoofdklasse die de afgelopen weken zich verbonden aan de Flevolandse tweedeklasser, in het verhaal en de ambities van Batavia ’90.

Vanuit Lelystad klinken al sinds 2015 positieve geluiden. Uit alle kamers. Van commissiekamer tot kleedkamer, van de voorraadkamer tot de bestuurskamer. De kamers van voetbalclub Batavia ‘90.

Batavia ’90 is een club, ontstaan in het aangegeven jaar uit de clubs Stator en Zuiderzeevogels. Een door de gemeente geïnitieerd initiatief. Stator had haar complex op voor de gemeente aantrekkelijke grond. De club werd met mooie verhalen naar Zuiderzeevogels gelokt voor een fusie waarna de gemeente haar mooie beloftes introk. Geen mooi clubhuis, geen opgeknapte velden. 20 jaar van marginaal overleven zouden volgen.

Huidig voorzitter Marco Knippenberg zag het met lede ogen aan. Hij was op 16-jarige leeftijd in Lelystad komen wonen en werd er actief als jeugdvoetballer bij SV Lelystad, later bij Stator. Lelystad was in die jaren een zogenaamde artikel 12 gemeente en stond aldus onder curatele. De gedane toezeggingen omtrent het opknappen van het complex van fusieclub Batavia ’90 waren gefundeerd op drijfzand.

In 2015 veranderde het perspectief van de club volledig. Marco Knippenberg had een aantal gesprekken met Barry Kamphorst, waarmee hij zijn liefde voor het voetbal en de club deelde. Het ging over het al 20 jaar aanmodderen bij de club en de vraag of dit zo door moest blijven gaan of dat zij gezamenlijk maar eens iets moesten gaan proberen. Gelukkig voor de club gebeurde het laatste. De taakverdeling van beide mannen was zeer overzichtelijk. Marco zou de organisatorische en bestuurlijke kant van de zaak gaan aanpakken, Barry de voetbaltechnische kant van het verhaal. De zieltogende club had op dat moment 120 leden waarmee het kleiner was dan stadsgenoten Unicum en SV Lelystad ’67.

Eén van de frustraties in de stad was sowieso dat er geen club op hoog niveau speelde. Met een inwonertal van bijna 80.000 is de tweede klasse niet geweldig als Emmeloord (met 23.000 inwoners) en Urk (met 21.000 inwoners) beiden een hoofdklasser bezitten. Dat steekt in de hoofdstad van Flevoland. Bovendien klopt 30 kilometer zuidelijker de enige BVO van de provincie nadrukkelijk op de deur van de eredivisie. Maar dat is dan weer Almere, dat met 215.000 inwoners meer achterland kan overleggen.
Uw reporter vroeg Knippenberg hoe hij de club weer tot leven wekte.

In 2015 bent u samen met Barry Kamphorst aan een ogenschijnlijk onmogelijke verhaal begonnen. Er was immers geen perspectief. Wat drijft je dan om er toch aan te beginnen?
In feite was het juist dat gebrek aan perspectief, dat negatieve dat ons stak. We zijn eigenlijk gewoon begonnen met het creëren van de nodige reuring. We hebben met wat bravoure de nodige aandacht gegenereerd. Gingen in gesprek met Omroep Flevoland en kregen daar de nodige aandacht. We haalden links en rechts trainers binnen die de spelers wat verder brachten dan alle goed bedoelende ouders dat deden. We haalden het plezier terug op ons complex. We organiseerden reünies die soms weer opbrachten dat oud leden weer iets voor de club gingen doen. De voetbaltaal kwam weer terug, het ging weer leven allemaal. Dat was de eerste stap in de goede richting.

Aan de technische kant ging het allemaal ook prima?
Jazeker, de club is nu een stabiele tweedeklasser waar – voor de coronacrisis losbarstte – alles in gereedheid was gebracht om mee te doen voor promotie. Barry Kamphorst heeft uitstekend werk verricht en ons team onder leiding van Michel van Oostrum had een prima start.

U bent niet bang om de ambities van de club onder woorden te brengen.
Nee, waarom zou ik als die duidelijk zijn? We willen naar een niveau dat zou passen bij de stad waar wij in leven. Een hoofdklasser past daar in. En als we daar dan zouden zijn, zouden we gewoon nog steeds ambities moeten hebben. Dat is een gezond streven, zeker binnen een sportclub.

Gaat u dat zelf nog meemaken vanuit uw huidige functie denkt u?
Dat weet je maar nooit. Laat ik het zo zeggen: we zijn er in 2015 aan begonnen en spraken toen een termijn van 5 jaar af om te zien of we de boel aan de gang konden krijgen. Vorig jaar trokken we onze visnetten eens op om te zien of we wat gevangen hadden. Wij vonden de vangst goed en hebben toen weer een termijn van 5 jaar afgesproken. Dus tot 2025. Maar er is altijd een voorbehoud. De club moet het wel met ons eens blijven natuurlijk. Een goede graadmeter daarvoor is wat mij betreft bijvoorbeeld hoe het verloop onder vrijwilligers is. En ik kan zeggen dat ik daar enorm trots op ben, we hebben er heel veel.

De club leeft zeg maar?
We zijn echt zeven dagen per week in de weer hier op sportpark de Doggersbank. De gehele week trainingen, waar toegestaan toernooitjes. Veel beter voor die jongens dan de Playstation. Op zondag hebben we de Voetbalacademie. Het is op zich doodzonde dat het clubhuis dicht is, want daar hebben onze mensen echt een sfeervolle huiskamer van gemaakt. Compleet met open haard. Wij zijn dus echt een ‘warme club’.

Enkele jaren terug was daar het bericht dat jullie mogelijk zouden verkassen naar een terrein nabij woonboulevard Palazzo. Waar is dat idee gebleven?
In de ijskast. Wij hebben toen dat idee ter sprake kwam met de gemeente overleg gehad. We dienden een plan in dat er uit bestond dat wij met velden bij Palazzo zouden komen te liggen en dat daar ook een campus voor 4000 studenten bij zou komen. Die studenten zouden dan hebben kunnen stagelopen bij de bedrijven die daar voorzien waren en sporten bij ons. Maar het idee werd afgeschoten. Wij zijn daarna verder gegaan met het ontwikkelen van eigen initiatieven.

Onder meer hield dat in dat jullie in gesprek kwamen met Unicum en SV Lelystad omtrent eventuele fusies.
Het is wel zo dat daarover wel eens onderling is gefilosofeerd, maar er zijn nooit formele vergaderingen over geweest. We hebben uitstekende contacten met de clubs in Lelystad. We komen ze ook beiden tegen in competitieverband. Dat is altijd erg leuk. Natuurlijk is er een gezonde derbysfeer tijdens de wedstrijden, maar overigens gaan we prima met elkaar om. Omtrent fusies speelt er echter op dit moment niets.

De accommodatie heeft een flinke upgrade gekregen door de aanleg van een hypermodern kunstgrasveld.
Daar zijn we supertrots op, want het zorgt er juist in deze periode voor dat we buiten actief kunnen blijven. Het hypermoderne bestaat er uit dat de onderlaag bestaat uit vulkanisch gesteente. Wat doet dat? Het absorbeert niet alleen heel veel water als het regent, maar stoot bij warm weer ook weer vocht af naar boven waardoor het voor afkoeling zorgt. Dat is ideaal natuurlijk. We zijn er heel blij mee.

Zo’n veld kost al gauw een ton of 4.
Dat klopt. We hebben heel veel te danken aan onze sponsoren. We hebben er veel, voor dit veld zijn we flink geholpen door Heineken en Jumbo.

Welke wensen heeft u in de komende tijd als het om de organisatie gaat?
We hebben nu zo’n 500 toeschouwers bij thuiswedstrijden. Bij derby’s veel meer. We hebben onvoldoende parkeerruimte. Willen we straks hoger gaan voetballen, dan wordt dat probleem waarschijnlijk nog groter. Dat moeten we oplossen. En we willen als het kan één of meerdere tribunes neerzetten. Mogelijk in combinatie met nieuwe kleedkamers, want ook die zijn verouderd. We hebben in die zin dus nog genoeg te wensen.

Hoe staat de selectie ’21-‘22 er ondertussen voor?
In principe zijn we rond voor komend seizoen. Maar dat zei ik vorig jaar ook op een moment waarop er achteraf nog twee spelers bij kwamen. Dat gaat soms zo in de voetbalwereld. Vorig jaar haalden we 8 nieuwe spelers, waaronder voormalig betaald spelers Kevin van Essen en Renee Troost. Daarnaast spelers die in de top van het amateurvoetbal hebben gespeeld, zoals Samir Merraki. Komend seizoen hebben we weer een aantal zeer ervaren toppers binnen gehaald. Ik noem Roald de Vries en Sten Vreekamp van DVS ’33, Mo Al Hayder van Sparta Nijkerk en Tom Menting die overkomt van DOVO.

Hoe krijg je dergelijke spelers bij een tweedeklasser binnen?
Allereerst moet je je eigen zaken goed in orde hebben. Dan bedoel ik: zorg voor nette kleding met uitstraling. Zorg voor een mooie spelersbus. Zorg voor eten voor en na de wedstrijd. Kortom, organiseer een goede sfeer en goede omstandigheden rond het team. Daarnaast zorgen we voor fatsoenlijke vergoedingen. Geen gekke dingen voor een tweedeklasser, maar wel netjes. En daarnaast komt dan om de hoek kijken dat de spelers elkaar en vooral ook de nieuwe trainer kennen, met elkaar in gesprek gaan over onze club en elkaar enthousiasmeren. Zo komen spelers soms zo ver dat ze een beetje lager niveau accepteren in ruil voor veel gezamenlijk voetbalplezier.

U heeft een diverse selectie rondlopen. Aziz Doufikar lijkt hier wel zeer op zijn plaats.
Doufikar is met zijn achtergrond helemaal op zijn plaats bij ons. Ik heb het daarbij vooral ook over zijn kwaliteiten. Hij weet wat er in voetbal wordt gevraagd, heeft natuurlijk overwicht, kan goed praten en luisteren, staat altijd klaar voor de jongens en heeft tips waar je wat aan hebt. Ook zijn aanwezigheid werkt als een magneet om potentiele aanwinsten voor onze selectie.

Michel van Oostrum leek komend seizoen weer de hoofdcoach te zijn, maar vertrekt naar GVV Unitas. Dat was verrassend, ook voor u?
Wij gingen niet van een vertrek uit, maar Michel kreeg een aanbieding van Unitas. En dat is Derde Divisie waarmee hij ineens vier klassen omhoog gaat. Een dergelijke kans wilden wij hem niet onthouden. Wij zijn direct door gaan schakelen en kregen een goede tip vanuit Dronten. Wij hadden een profielschets gemaakt en met enkele kandidaten gesproken toen we met Habib Al Mohsinawi in gesprek kwamen. Met hem zijn we tot overeenstemming gekomen.

Zijn CV als trainer is nog niet lang. U had dus andere redenen om hem aan te trekken?
Dat klopt. Toen wij met hem spraken legde hij uit hoe hij naar het spelletje kijkt. Dat was allemaal heel begrijpelijk. Ook liet hij zien hoe hij zijn visie trainbaar kan maken. Hij is constant met die zaken bezig. Hij eet en drinkt voetbal. We waren en zijn overtuigd van zijn kwaliteiten.

Doordat de selectie behoorlijk vol is gelopen met spelers van buitenaf zou je denken dat uw eigen jeugd geen kansen gaat krijgen. Hoe ziet u dat?
We hebben vorig jaar onze A1 volledig over laten vliegen naar het tweede elftal. Komend seizoen stromen vier van hen al door naar de A-selectie. Daarover is uiteraard ook met de trainer gesproken. De bedoeling is dat we die voorzichtig gaan brengen in het eerste. Uiteraard moeten de jongens zich daarvoor ook gaan bewijzen. Maar in die vier hebben we nu al veel vertrouwen. En er zit meer jeugd aan te komen. We hopen dat de huidige selectie ons omhoog gaat brengen en dat we daarna met een gedeelte zelf opgeleide spelers op niveau hoofdklasse kunnen gaan spelen. Of nog een beetje hoger, want Batavia ’90 brandt van ambitie!

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor een of meerdere nieuwsbrieven. je ontvangt dan de nieuwste updates. Uitschrijven kan uiteraard op elk gewenst moment.

Lees ook deze artikelen

POPULAIR

RECENT TOEGEVOEGD